De auto van de zaak, een balletje kan raar rollen
Stel u rijdt een een auto van de zaak, een leuke middenklasser. Laten we stellen dat de catalogusprijs van de auto euro 55.000 bedraagt. U hebt bijgehouden dat u minder dan 500 kilometer privé rijdt. Tenminste dat denkt u. De belastingdienst/belastingrechter corrigeert de privé gereden kilometers met een aantal ritten die u naar de golfbaan hebt gereden. Bij een bijtelling van 22%, bedraagt de belasting circa euro 6.000 per jaar. De belastingdienst mag de laatste vijf jaar corrigeren en er volgt een boete van 25%. De kosten van deze ritjes (met een gemengd karakter) lopen daardoor in dit voorbeeld op tot ruim euro 35.000. Loopt u ook risico?
Als een werknemer van zijn werkgever een auto ter beschikking krijgt gesteld, moet een bijtelling op het loon in aanmerking worden genomen (de autokostenfictie). Een bijtelling kan achterwege blijven als de werknemer minder dan 500 kilometer privé rijdt met deze auto. De werknemer kan in dat geval een “verklaring geen privégebruik” aanvragen bij de belastingdienst. De werknemer moet dan wel een kilometeradministratie bijhouden om te kunnen aantonen dat de auto inderdaad voor minder dan 500 kilometer privé is gebruikt. Simpel zou je denken.
Maar wanneer is nu sprake van privé gereden kilometers en wanneer van zakelijke kilometers. Voor ritjes naar de supermarkt zal dit over het algemeen geen problemen opleveren. Maar wat nu als het verschil tussen zakelijk en privé niet zo duidelijk ligt, bijvoorbeeld voor directeuren die afspraken maken met relaties of prospects op de golfclub. Zakelijk? Dat hangt er maar van af. Uit de onderstaande beknopte bloemlezing van de jurisprudentie blijkt, dat een (golf)balletje raar kan rollen.
Privékarakter van de ritten naar de golfclub overheerst
De eerste zaak betreft een directeur/aandeelhouder die zijn auto gebruikt voor ritten naar de golfclub. Zijn bedrijf is sponsor van die golfclub. De directeur is geen lid van de club en speelt af en toe om nieuwe zakenrelaties te verwerven. De Rechtbank [1] oordeelt, dat de ritten een gemengd karakter hebben. Bij het beoefenen van de golfsport overheerst het privékarakter. Het verwerven van nieuwe opdrachten en het onderhouden van zakelijke contacten, hebben een zakelijk karakter.
Omdat volgens de Rechtbank aannemelijk is, dat personen die qua inkomen, vermogen en gezin in vergelijkbare omstandigheden verkeren als de directeur/aandeelhouder de ritten ook zouden hebben gemaakt, overheerst in dit geval het privékarakter van de ritten. Omdat met de ritten naar de golfclub de 500-kilometergrens werd overschreden, moest de bijtelling voor privégebruik van de auto worden toegepast.
Zakelijk karakter van de ritten naar de golfclub overheerst
Dat het karakter van de ritten genuanceerd ligt, blijkt uit de uitspraak van het Gerechtshof Den Bosch [2]. De ritten naar de golfclub werden in dit geval wel als zakelijk aangemerkt. De directeur/aandeelhouder is in deze zaak lid van een ondernemersorganisatie. Deze organisatie organiseert (uitsluitend voor haar leden) een cursus golfvaardigheidsbewijs. Omstandigheden die bij de conclusiesvan het Gerechtshof een rol speelden waren (i) de cursus werd gevolgd met het oog op het binnenhalen van nieuwe opdrachten, (ii) niet leden konden niet deelnemen aan de cursus en (iii) de directeur heeft maar een maal gegolfd. In dit geval telden de kilometers naar de golfclub dus niet mee voor de 500-kilometer-grens van de autokostenfictie.
Gemengd karakter van de ritten naar de golfclub
Recent heeft het Gerechtshof Den Bosch opnieuw een uitspraak gedaan over de ritten naar de golfclub [3] . In dit geval maakte iemand 79 ritten naar de golfclub om (potentiële) zakelijke relaties te ontmoeten. Het Hof acht aannemelijk dat iemand die, behoudens zijn of haar dienstbetrekking, overigens in dezelfde omstandigheden verkeert als deze werknemer gemiddeld 17 bezoeken brengt aan een golfbaan.
Om die reden dienen de kilometers die samenhangen met 17, van de in totaal 79, bezoeken aan de golfclubs als privékilometers aangemerkt te worden. Het totaal aantal kilometers dat belanghebbende voor privédoeleinden met de auto heeft gereden, komt daarmee boven de 500. Hierdoor is de autokostenfictie van toepassing.
Privégebruik van de auto van de zaak, het blijft spitsroeden lopen als geen bijtelling plaatsvindt. Ritten met een al dan niet (deels) zakelijk karakter naar de golfclub, de wintersport of de skybox van de voetbalclub kunnen voor de werknemer voelen als zakelijke verplichting, de rechter ziet dit vaak genuanceerder als het gaat om de autokostenfictie.
Vanwege het gemengde karakter van ritten met de auto van de zaak, verdient het aanbeveling het privégebruik/karakter van de ritten op voorhand zoveel mogelijk af te stemmen met de belastingdienst. Zoals u hebt kunnen zien, kan de (onverwachte) rekening erg onaantrekkelijk zijn.
Hebt u vragen over de autokostenfictie, neemt u dan gerust contact op met Marco Bik via marco.bik@andersconsult.nl of 06-36531263.
[1] Rechtbank Arnhem 17 december 2009, ELCI:NL:RBARN:2009:BP:1557.
[2] Gerechtshof Den Bosch 1 februari 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0678.
[3] Gerechtshof Den Bosch 21 juni 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:2707.
Bel even of neem anders contact op